Momenteel vallen de decreten van ene meneer met rode stropdas in Washington als rotte appels uit de boom. De prijzen stijgen wereldwijd: de ene dag omhoog, de andere dag worden ze weer iets bijgesteld. Aandelen zakken in een klap, om de andere dag weer iets omhoog te krabbelen.
Waar men ook komt, overal is dit onderwerp het gesprek van de dag. Een vriendje van de meneer met de rode das kwam met zijn autokapitalen te hulp om de financiële zaken op een rijtje te zetten. De omzet van zijn elektrische vierwielers donderde wereldwijd naar beneden. Ons land blijft niet achter en ziet de inruilwaarde met de dag zakken. De Chinezen komen nu met hun fris ontworpen voertuigen de automarkt op zijn kop zetten. De babi-pangang is niet meer het hoofdgerecht, het worden auto’s.
Heilige Koe
Al heel veel jaren was in ons land een auto een waardevol bezit, dat gekoesterd werd als een heilige koe. Die verering is minder geworden sinds leasen gebruikelijk is geworden. We praten niet meer over een bezit, maar het is voor velen een gebruiksvoorwerp geworden. Iedere vijf jaar of korter een andere; de baas betaalt mee met de bijtelling.
Als je ouder wordt zoals ik, heb je andere tijden meegemaakt. In ons dorp waren er in mijn jeugd nog geen tien mensen die een auto hadden. Dat is na de tweede wereldoorlog snel veranderd. De Duitse industrie kwam groot opzetten met zijn Volkswagen, de kever; Frankrijk met de Citroën 2cv, de lelijke eend. Nederland bleef niet achter met de auto met het snelle pookje, het Dafje.
Veel autobezitters vereerden hun bezit. Iedere week kreeg de auto een was- en poetsbeurt. Op de oprit of op straat werd met een emmertje water gesponst en gezeemd. Glimmend ging daarna de auto weer de garage in. Die zag eruit als een operatiekamer, want er mocht geen stofje te zien zijn op de blinkende lak. Op zondag werd meestal met het hele gezin een tochtje gemaakt in hun glanzende 'limousine'.
Anekdotes
Uit die eerste tijden zijn veel anekdotes te vertellen. Men had er nog weinig verstand van hoe alles werkte. Bij het starten moest men de choke uittrekken. Als je dat te lang deed, verzoop de motor. Ik heb eens een proefrit in een nieuwe auto gemaakt. Onderweg even in een oprit bij een weiland stoppen om alles eens goed te bekijken. Toen ik achteruit de oprit af wilde rijden kon ik de achteruitversnelling niet vinden; toen werd het duwen.
Er waren autobezitters die als het regende de auto in de garage lieten staan en op de fiets naar hun werk gingen. Toen ik weer eens een andere auto nodig had kwam ik in de showroom mijn buurman tegen. De andere dag vroeg ik hem: "Andere auto gekocht, buurman?" Ja, hij was goed geslaagd, zei hij. Waarop ik vroeg: "En wat is het geworden, Jan?" "Dat weet ik niet," zei hij, "maar het is nun grijze."
Mijn broer was automonteur en moest met spoed naar een boer die met zijn nieuwe tractor aan het ploegen was die stil gevallen was. Hij probeerde te starten en zag het meteen: geen benzine meer. Toen hij dat de boer vertelde was diens antwoord: “God wit hoe lang ik zo al rij.”
Maar zo zullen we altijd wel met verrassingen blijven staan, ook met de modernste auto’s. Ik heb wel eens iemand horen zeggen: "Als ik hem inruil, weet ik nog niet waar al die toeters en bellen voor dienen."
Eerder columns van Peer vind je hier