Lever uw eigen nieuwsbericht aan Adverteren
Foto: Robert Roijackers
Geef a.u.b. uw e-mailadres in, dan sturen wij u een link
waarmee u een nieuw wachtwoord kunt invoeren.
16 oktober 2024 Tekst en foto: Staatsbosbeheer, Provincie Noord-Brabant
Het Ulvenhoutse bos bestaat al eeuwen. Het bos is stille getuige van alles wat in en om hem heen gebeurt. De mens heeft het bos gebruikt voor houtproductie, ingezet als jachtterrein en benut als recreatieruimte. Het kende hierdoor perioden van groei, maar ook van flinke kaalslag.
In een reeks korte artikelen gaan we terug in de tijd en delen we het verhaal van het Ulvenhoutse bos.
Wanneer het Ulvenhoutse bos is ontstaan, weten we niet precies. Maar aan de hand van documentatie kunnen we met enige zekerheid zeggen dat het Ulvenhoutse Bos is ontstaan in de late Middeleeuwen. Een eerste vermelding van Ulvenhout stamt uit het jaar 1274. (gecorrigeerde datum, n.v.d.r.)
Door de eeuwen heen wisselde het gebied meerdere keren van eigenaar, maar is het altijd eigendom gebleven van de Heeren van Breda. In die tijd bestond het Ulvenhoutse Bos voornamelijk uit wat kleinere bossen, heidevelden en moerassen. Tot Graaf Hendrik III van Nassau in de 16de eeuw besloot om de kleinere bossen verder uit te breiden voor een betere houtproductie. Hiervoor werden zaden en pootgoed van naaldbomen gehaald uit Duitsland. Zijn zoon Prins Willem van Oranje nam de bebossingen nog serieuzer en liet ook beuken en eiken planten.
Rond 1565 werden de bebossingswerkzaamheden verstoord door de oorlog met Spanje. Na die periode werd het bos verwaarloosd en voor een gedeelte gekapt. Hiermee werd ook de rust in het bos verstoord voor de aanwezige fauna zoals zwijnen, vossen, wolven en herten.
Tijdens de oorlog met Spanje nam de Hertog van Alva de stad Breda en de omringende bossen in, waaronder het Ulvenhoutse bos. Het hout en het wild vanuit het bos werden in beslag genomen voor de Spaanse troon. Bovendien werd een gedeelte van het hout gebruikt voor de scheepsbouw van de Spaanse marine. Dit zegt veel over de hoeveelheid oude bomen die het bos toen al rijk was, aangezien die nodig waren voor de scheepsbouw.
Het Ulvenhoutse Bos had dus een belangrijke rol tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Maar ook aan het einde van de 17de eeuw was het bos van groot belang voor de directe omgeving. Zo werd hout uit het bos gebruikt voor de aanleg van vestingwerken voor de stad Breda. En stekken en zaden uit het bos werden gebruik voor de beplanting van die vestingwerken. Het bos was ook in 1690 een kostbare bron van goed timmerhout, toen het werd gebruikt bij de restauratie van het kasteel van Breda.
In 1928 beschreef luitenant-generaal G.C.A. Fabius het Ulvenhoutse Bos als een mooi en divers bos dat rijk is in vele opzichten voor zowel de natuurliefhebber als de natuuronderzoeker. Een bos waarin elke dreef een eigen karakter heeft. Een bos met beekjes, die met wisselende waterstanden in het klein laten zien wat de rivieren in het groot doen. Een bos dat rijk is aan een diverse vertegenwoordiging van allerlei flora en fauna.
Er zouden nog meer verschillende soorten dieren kunnen leven, maar het is een jachtbos en daar zijn de ‘jagers onder de dieren’ (zoals de vos en wolf) niet welkom, zo schrijft hij. Toch geniet hij van de dieren die hij af en toe treft, zoals een ree, een bunzing, buizerd, uil, fazant, een wezeltje en zeldzame(re) soorten zoals de zwarte specht, ringslang en gladde slang en ook de boomkikvors zou hij gezien hebben.
Het is dus niet vreemd dat sommigen stellen dat de naam Ulvenhoutse Bos van Wolvenbos (‘Wulvenhout’) afstamt. Anderen vermoeden dat de naam een afgeleide is van het Noorse woord voor Elf (‘Ulf’) of van het Latijnse woord voor Moerasriet (‘Ulva’). 100 jaar gelden werden namelijk al aannames gedaan dat het gehele bos vroeger een ven was en vervolgens een moeras. Voordat het overging naar de drassige bosbodem die we nu kennen. Deze vorming zou een bepalend onderdeel zijn voor het huidige karakter van het Ulvenhoutse Bos. Waar het bos daadwerkelijke haar naam aan te danken heeft, blijft echter gissen.