De rode schoentjes

05 juli 2023

In een ver verleden heb ik als nieuweling en als amateur aan wielrennen gedaan. Een tijd die met het wielrennen van nu niet meer te vergelijken is.

 

Arbeiders

Het wielrennen werd in de jaren na de Tweede Wereldoorlog met argusogen bekeken. Een sport voor de werkman, die met sparen en overwerken een racefiets kon kopen. Veel jongelui van toen wilden wel, maar werden van thuis uit tegengehouden. Vooral als je doorleerde, zoals ik, hoorde het niet dat je als sport wielrennen koos. Ik had geluk dat mijn vader een echte wielrensupporter was.

 

Breuk

Mijn moeder was er helemaal niet voor. Maar dat had meer te maken met het gegeven dat ze bang was dat mij iets zou overkomen. Toen ik bij een val een sleutelbeen had gebroken moest ik naar onze huisarts in het Ginneken. Die was echt niet blij dat hij een wielrenner moest verzorgen. Hij kwam op huisbezoek en vertelde mijn ouders dat ik met fietsen moest stoppen; om op deze manier mijn toekomst te vergooien vond hij ongehoord.

 

Brons

Ik heb niet geluisterd en heb tot mijn dienstplicht bijna vier jaar veel wedstrijden in Nederland en België gereden. Ik was geen hoogvlieger, maar heb wel wat wedstrijden gewonnen. In 1950 werd ik bij de nieuwelingen derde in de Acht van Chaam.

 

Prijzen

De prijzen die je kon winnen, waren ook niet groot. Nu is het wielrennen een sport waar miljoenen in omgaan. In mijn tijd moesten we al blij zijn met een lauwertak, een beker of een medaille. Soms won je een fietsonderdeel. Daar was je dan ook weer blij mee, want wielrennen was een dure sport.

 

Sponsoren

In kleinere rondes werd vaak een beroep gedaan op de middenstand om een prijs te doneren. Dat kon van alles zijn: van een tros bananen tot een fietsband, of zelfs een kapstok die ik mee naar huis mocht nemen. Maar één prijs is mij altijd bij gebleven. In de Ronde van Dongen die ik won, kreeg ik naast een bekertje een paar rode damesschoenen. De kleinste maat die er was; niemand in mijn omgeving die ze paste.

 

Rode schoentjes

Toen ik voor mijn dienstplicht bij de mariniers werd opgeroepen en twee jaar werd uitgezonden naar West-Indië was het met de wielersport gedaan. In mijn afwezigheid had mijn moeder alle prijzen, waaronder ook de rode schoentjes, netjes in een kast bewaard. Totdat ze van een buurmeisje hoorde dat ging trouwen en geen passende schoenen kon vinden. Ze had de kleinste damesmaat. Mijn moeder liet haar de rode schoentjes uit de prijzenkast passen en die bleken perfect te passen. De trotse bruid was blij met haar gratis schoenen.

 

Gouden bruiloft

Op een feestmiddag met Carnaval in de Donk 55 jaar later werd ik  aangesproken door een man. Zoals dat dan gaat :“Kende gij me nog?”, kwam ik in gesprek met een oude buurjongen. Hij vertelde dat hij al meer dan vijftig jaar getrouwd was. "Die schoentjes van jou, daar waren we toen we trouwden heel blij mee." Ik wist niet direct waar hij het over had, maar tijdens zijn uitleg begon bij mij iets te dagen.. "Waren het rode schoenen?",  vroeg ik aan hem en hij beaamde dat. Hij wist ook dat ik ze destijds met wielrennen had gewonnen; dat had mijn moeder toen verteld. 

 

Zo zie je maar dat een paar rode schoentjes na meer dan vijftig jaar nog een onderwerp van gesprek kunnen zijn.

 

Terug Schrijf reactie

^ Naar boven